
Instellingen van fotocamera aanpassen
U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de
fotocamera: de
Afbeeldingsinstell.
-instellingen en de
begininstellingen. Zie ‘Kleur en belichting aanpassen’
op pag. 42 als u de instellingen van
Afbeeldingsinstell.
wilt wijzigen. Als u de camera sluit, worden de
standaardinstellingen voor video's weer hersteld, terwijl
de begininstellingen gehandhaafd blijven tot u deze weer
wijzigt. Als u de begininstellingen wilt wijzigen, selecteert
u
Opties
>
Instellingen
en maakt u een keuze uit de
volgende opties:
Afbeeldingskwaliteit
—
Hoog - Afdrukken
,
Normaal -
of
Laag - MMS
. Hoe hoger de kwaliteit, hoe meer
geheugenruimte de afbeelding inneemt. De kwaliteit van
een ingezoomde foto is lager dan die van een
niet-ingezoomde foto. Selecteer
Hoog - Afdrukken
(resolutie 1600x1200) als u de afbeelding wilt afdrukken.
Selecteer
Normaal - E-mail
(resolutie 1280x960) als u
de afbeelding via e-mail wilt verzenden. Selecteer
Laag -
MMS
(resolutie 640x480) als u de afbeelding via MMS
wilt verzenden.
Uitleg: resolutie is een maateenheid voor de scherpte
en helderheid van een afbeelding. Resolutie verwijst
naar het aantal pixels in een afbeelding. Hoe meer
pixels, des te gedetailleerder de afbeelding en des
te meer geheugen wordt verbruikt.
Naar album
- Hiermee kunt u de afbeelding opslaan in een
bepaald album in de galerij. Als u
Ja
kiest, wordt een lijst
met beschikbare albums geopend.
Opgen. afb. tonen
- Selecteer
Ja
als u de vastgelegde
afbeelding wilt bekijken nadat deze is gemaakt, of
selecteer
Nee
als u direct wilt doorgaan met het nemen
van foto's.
Gebruikt geheugen
- Hiermee selecteert u de
opslaglocatie voor afbeeldingen.